Contrast is een begrip met verschillende invullingen, in deze foto het verschil tussen licht en schaduw, maar ook met de vorige landschappen
het verschil in gevoel tussen het zwartwit en de kleuren, het verschil in het neigen naar het abstracte en het figuratieve.
Het brengt telkens andere gevoelens met zich mee.
Fotografie is inspelen op gevoelens
(klik op de foto’s voor een groter beeld)
Een foto dient iets te vertellen, meestal geeft een titel een eerste hint om de kijker in een bepaalde richting te sturen.
Het hangt van de fotograaf af of hij een boeiend verhaal heeft, waar de kijker alles duidelijk voorgeschoteld krijgt, of er zitten veel
vragen in, die het op zich ook boeiend kunnen maken, als het ware een gedicht die de verbeelding op hol kan doen slaan.
Meestal maak ik buiten de titel niet veel woorden ‘ vuil ‘ aan een foto. Zo heb ik jaren fora gevolgd over poëzie en daar was het ‘not done’ om een
verklaring aan een gedicht te geven, men moest de fantasie de vrije loop kunnen laten gaan. Persoonlijk voel ik het ook zo aan in de fotografie.
Niet dat er over fotografie niet mag gepraat worden, integendeel zelfs. Het is heel boeiend en leerrijk de achtergronden en werkwijzen van fotografen uit de
fotografie-geschiedenis te bestuderen. Het is een pluspunt in de academische vorming om hier dieper op in te gaan.
Men is nooit te oud om te leren zegt een cliché zo groot als de kerk, dat bewijst ook onze leraar in de academie.
Laatst las ik een citaat van zijn hand op z’n blog http://lucdewaele.wordpress.com die mij trof:
Beeldtaal lijkt veel gemeen te hebben met gebarentaal, wat resteert in het beeld van een uitgedoofd voltooid gebaar.
Hij kan het natuurlijk steeds heel mooi zeggen en het is een plezier om zijn teksten te lezen.
Toch heb ik wat bedenkingen bij zijn uitspraak (wie geen bedenkingen heeft is het niet waard om zich ergens mee bezig te houden).
In de eerste plaats is gebarentaal zoals het woord zelf zegt een taal, dus gebruikt om iets te vertellen.
Gebaren leunen dicht bij “beelden” aan, twee-dimentioneel zijn ze praktisch even goed te begrijpen als drie-dimentioneel.
Op deze punten zitten we volledig op dezelfde lijn, met “uitgedoofd voltooid” heb ik het wat moeilijker. Een foto is natuurlijk steeds
voltooid verleden tijd, men kan nog steeds geen foto’s maken in de toekomst, maar dient het ‘gebaar’ voltooid te zijn of dient het uberhaupt uitgedoofd te zijn?
Het kan toch ook een gebaar in actie zijn of zoals fotografie veelal is, een versteend ogenblik van het gebaar? De essentie is in ieder geval dat het een gebaar is dat iets wil uitdrukken.
Aan jullie wat ik nu vertel in bovenstaande foto, ik ben benieuwd, het heeft in ieder geval iets dat steeds weerkeert in mijn gedachten….