
Terwijl ik op skivakantie was zag ik op het www-net dat de lang verwachte D800 van Nikon werd uitgebracht. Dit terwijl ik met een overjaars compactje van 6,3 MP tussen mijn handschoenen bij -22 graden foto’s aan het nemen was.
Het is nu echt niet evident om met een spiegelreflex in een skigebied rond te zeulen. Verleden jaar had ik een academische opdracht kunnen waar maken met dit compact niemendalletje. Dit alleen maar om te zeggen dat overmaatse
pixel-kanonnen ook wel eens een nadeel kunnen hebben. Is een 36 miljoen pixels full-frame plots een garantie om een betere fotograaf te worden? Mijn verlangen wordt iets getemperd en ik zet even mijn zinnen op een overgangs camera,
een systeem-compact zoals ze nu heten, een lichtsterk Raw verwerkend instelbaar klein toestel.
De sneeuwfoto’s zijn dus met een Fuji compact gemaakt waaraan NIETS instelbaar is, geen iso aanpassing, geen belichtingscorrectie, geen diafragma of sluitersnelheid keuze. Hoe kan je daar nu serieuze foto’s mee maken?
Door de regel: beperkingen verhogen de creativiteit ! Wanneer je de foto donkerder wil hebben richt je de lens naar een klaarder vlak rekening houdend dat de onderwerp-afstand ongeveer gelijk blijft, met de ontspanknop half ingedrukt,
wordt de compo gekozen, afgedrukt en klaar is kees..omgekeerd, foto klaarder maken is naar een donkerder onderwerp richten. Niettegenstaande de foto’s in JPG gemaakt zijn sleep je ze toch naar camera raw en zodoende kan de witbalans toch afgewerkt worden.
Sporen was een academische opdracht, niet dat ik het zo pathetisch heb weergegeven, de sporen lagen gewoon op mijn weg.
Uiteindelijk zijn de foto’s op zich ook sporen van een geslaagde ski vakantie (ik had mezelf nog iets te bewijzen) en in dit opzicht ben ik heel tevreden.
Ik had het bij vorige foto over dierensporen die toen niet te zien waren, van op de zetellift kon ik deze foto maken.
En nog een toemaatje,
